Het scherpen van de steen

Gebroeders Zeephat (90 en 77) fiksten karwei in een dag

DIEVER - De korenmolen „De Vlijt" van de heer A. Uiterwijk Winkel te Oldendiever heeft „de kiezen" weer scherp en kan weer malen. Sinds enige tijd stonden de wieken van deze 100 jaar oude molen, die in 1956 werd gerestaureerd, in rust omdat de zware stenen niet meer in staat bleken het graan tot meel te verpulveren. De stenen moesten nodig worden gescherpt, maar wie verstaat, anno 1963, nog deze kunst. Gelukkig heeft de Vereniging De Hollandse Molen niet alleen oude molens in de boeken staan, maar blijkbaar ook oude molenaars.

Daardoor kwam de heer Uiterwijk Winkel in contact met Wijert Zeephat uit Makkinga en deze was onmiddellijk bereid om naar Diever te komen om de molenstenen onder handen te nemen. Wijert Zeephat is 90 jaar en nog bijzonder kras. Toch vond hij het beter wat jeugdiger hulp mee naar Diever te nemen. Zijn jongste broer Roelof uit Jubbega, ook een molenaar, had daar wel oren naar. Roelof is ook nog maar pas 77. In één dag hebben de gebroeders Zeephat donderdag het „werkje" opgeknapt.

De gebroeders Zeephat, Wijert (90) uit Makkinga en Roelof (77) uit Jubbega hebben in Oldendiever de stenen van de korenmolen "De Vlijt" onder hun hamers gehad. Beiden zijn molenaar in ruste, maar toen de heer A. Uiterwijk Winkel, de mulder van "De Vlijt", een beroep op hen deed, waren zij onmidddellijk bereid hun vakkennis op dit gebied te tonen.

„'t Valt niet tegen", constateerde Wijert toen de stenen onder een ijzingwekkend gekraak van de houten hefinrichting van elkaar waren gelicht. Hij liet zijn hand deskundig over de maalgroeven glijden en het waterpasblok kwam er aan te pas om de ligging van de onderste steen, de ligger, te controleren. Even te voren had Roelof de draaispil van de hefinrichting zorgvuldig ingevet. „Waar smeer je de molenas mee?", informeerde hij intussen. „Gewoon, met het zelfde vet", antwoordde mulder Uiterwijk Winkel. „Daar moet je paardevet voor nemen raadde Roelof hem aan. „Gewoon, klaar paardevet aan een stuk. Er is niets beters".

De jonge mulder van „De Vlijt" knoopte dit in zijn oren zoals hij dat op deze dag meerdere malen kon doen met de raadgevingen die met gulle hand werden uitgedeeld. Al is Wijert Zeephat dan al 90 jaar (in april geworden) hij is nog niet zolang uit „het vak". Hij ging pas met pensioen toen hij de negen kruisjes vol had. Maar ook nu is hij nog vaak te vinden in de korenmolen van de coöperatie te Makkinga, waar hij zoveel jaren heeft gewerkt als mulder. „Hij kan het eenvoudig
niet laten", vertelde zijn broer Roelof. „Toen hij met pensioen ging heeft hij een miniatuur molen gebouwd. Een prachtstuk".

Wijert zelf nam weinig deel aan het gesprek op de molenzolder van „De Vlijt". „Ik ben doof", zei hij, „en ik zie ook niet zo best meer". Een en ander belette hem echter niet om bij het eigenlijke scherpen, de hamer met vaste hand en trefzeker te hanteren. En toen het werk gereed was en de stenen weer op elkaar waren gewenteld wist hij bij het proefdraaien onmiddellijk te vertellen dat de stenen goed over elkaar liepen.

Diever heeft weer een windmolen die zijn werk kan doen zoals het hoort. Dank zij de gebroeders Zeephat, die bij het afscheid nemen hun ogen nog eens met welgevallen langs de wieken en de fraaie lijnen van „De Vlijt" lieten
gaan.

Bron: Friese Koerier van vrijdag 4 oktober 1963.